NRC 21-03-2007
Dana Linssen
Schattig staat het daar. Achterin de strip 300 van Frank Miller. Bij Recommended Reading. Leestips: de Historieën van Herodotus. Want daarin stond voor het eerst beschreven hoe 300 Spartanen het in 480 voor Christus bij Thermopylae opnamen tegen honderdduizenden Perzen die Griekenland wilden veroveren.
Maar stel nou dat je Herodotus niet gelezen hebt en van dit alles niets weet. Dat de strip van Frank Miller (die ook al in Batman en Sin City enorme door schaduwen doorkliefde fantasiewerelden opriep) en de één-op-één stripverfilming van Zack Snyder je eerste kennismaking met die klassieke oudheid is. Hebben de Iraanse critici die zich beledigd voelen door de orks uit Peter Jacksons The Lord of the Rings die hun voorvaderen moeten voorstellen, dan niet een beetje gelijk? En moet vooral Peter Jackson zich niet beledigd voelen door zoveel jatwerk? Iedereen met een beetje filmisch fatsoen moet alleen al daarom zn neus voor deze film ophalen.
De strip 300 grossiert in vierkante koppen, groteske grimassen, inktzwarte schaduwen, monumentaal bevroren actiescènes. De film 300 is dat in het kwadraat. Het is, als je het zo bekijkt, zelfs een geweldige stripverfilming. De film ziet er fenomenaal uit, voor wie gelooft in een testosteronverslaafde wereld. Of voor wie de oudheid niets kan schelen.
300 is een oorlogszuchtige film. Wie er een politieke subtekst in wil lezen, kan zijn hart ophalen. Maar ook degenen die er juist kritiek op bloeddorst in willen zien. Je kunt Miller en Snyder niet verwijten dat ze iets als een boodschap in hun strip/film verstopt hebben. De vraag is of je zon smakeloze film zoveel eer moet gunnen.
Bas Blokker
Geschiedschrijving zegt altijd minstens evenveel over de tijd waarin zij geschreven is als over de tijd die zij beschrijft. Nergens is dat duidelijker te zien dan in Amerikaanse films. Hollywood is één grote thermometer die probeert de temperatuur van het publiek op te nemen.
Deze week gaat 300 uit, de film die Zack Snyder heeft gemaakt over de slag bij Thermopylae, waarbij in 480 voor Christus driehonderd strijders uit Sparta onder koning Leonidas de invasie van honderdduizenden Perzen in Griekenland probeerden te verhinderen. Alleen door verraad konden de Spartaanse vechterbazen worden verslagen.
Oosterse orks vallen het Westen aan, stond zaterdag boven een voorbeschouwing in deze krant. Oost tegen West, dat was de subtekst. Er werd ook verwezen naar een oudere verfilming van de slag, The 300 Spartans van Rudolph Mate. Die is op dvd verkrijgbaar.
In de subtekst van films zit hun werkelijke historische betekenis. Vorige week beklaagden verschillende Iraanse regeringswoordvoerders en media zich over de belediging die de moderne 300 de oude Perzen, en dus het Iran van nu, zou aandoen. President Bush zou de psychologische oorlogsvoering tegen atoomnatie Iran intensiveren. Vandaar de nadruk in de subtekst van die film op de Oriëntaalse afkomst van de vijand.
The 300 Spartans dateert uit 1961 het tijdperk dat de Perzen nog onze vrienden waren en dat we wel ergere vijanden kenden dan de moslims: de Sovjet-Russen. Daarom zegt een Spartaan met nadruk: Driehonderd man staan op tegen heel Azië. Daar vechten Leonidas en zijn mannen dus ineens de Koude Oorlog van het jaar dat de Berlijnse Muur werd gebouwd.
Weliswaar is er even een vrouw die zegt dat we toch ook in vrede kunnen leven, maar zij verbleekt bij de hoofdboodschap: oorlog is goed! De Spartanen lachen de hele film hun oergezonde tanden bloot. En de film eindigt met zon Hollywoodstem van God-in-blik: Dat kleine groepje mannen dat niet wilde buigen voor terreur zond een boodschap die al de vrije mensen in de wereld prikkelde. Díe oorlog hebben we gewonnen.