Rooksignalen van het drievoudige vuur
Trouwe lezers zal wellicht de hoge frequentie van de licht-exotische afkorting SISMI op deze site zijn opgevallen. Mogelijk kwam deze naam slechts vaag bekend voor, maar waarvan ook weer?
Op 4 maart kwam de ontvoerde journaliste Giuliana Sgrena vrij in Irak. Onderweg naar Baghdad International Airport werd de auto die haar vervoerde door Amerikanen onder vuur genomen. Een Italiaanse geheim agent van SISMI, Nicola Calipari, overleed ter plekke.
In het laatste reguliere artikel van het oude Alt-F4, Gedoemd tot idiotie, werd het pandemonium dat vervolgens losbarstte, gebruikt om het faillisement van het medium weblog te illustreren. Zo riepen de peulen luid 'communisten', en riep onze huisideoloog 'imperialisten' (met een IP-ban als gevolg). Die tsunami der meningen leverde weinig helderheid en na wat ophef over een PDF verdween de kwestie vrijwel uit de publiciteit.
Om niet verstrikt te raken in meningen (Sgrena was het doelwit / Sgrena is een schande voor de journalistiek) en oncontroleerbare omstandigheden (de auto reed slechts 50 km per uur / de auto reed meer dan 100 km per uur) is concentratie op de hardste feiten geboden: de kogels. Niet het aantal, want ook daar bestaat nogal wat verwarring over, maar het kaliber.
Volgens de officiële Amerikaanse lezing werd de auto beschoten door één persoon — Mario Lozano, een korporaal uit New York — met een M240B machinegeweer, kaliber 7,62 mm. De Italianen en de Amerikanen werden het niet eens over een gezamelijk rapport. De Toyota werd begin mei naar de luchtmachtbasis Practica di Mare bij Rome gebracht voor ballistisch onderzoek in de juridische afwikkeling van de zaak.
Op 26 mei ziet de voorpagina van Il Manifesto, de krant van Sgrena, er zo uit. Via de advocaat van Sgrena is de krant te weten gekomen dat er in de Corolla een kogel gevonden is van een afwijkend kaliber: 5,56 mm, waarschijnlijk afkomstig van een M16 machinegeweer. Een week later onthult La Repubblica dat er fragmenten van een derde soort kogel zijn gevonden.
In juli vragen de zes ballistische experts drie maanden respijt. U heeft dus nog zeker tot in oktober om te speculeren wat Calipari zoal wist. Calipari was namelijk niet zomaar een agentje, maar SISMI's tweede man. Wie aan de eerder verschenen artikelen over SISMI niet voldoende heeft, kan het volgende in zijn overwegingen betrekken.
Een tweede diplomatiek conflict tussen Italië en de V.S. waarin de gemoederen steeds hoger oplopen, betreft de verdwijning (extraordinary rendition) van Hassan Mustafa Osama Nasr, beter bekend als Abu Omar, die in februari 2003 door de CIA in Milaan van straat werd geplukt. Voormalige CIA-analisten beweren dat de kidnapping geautoriseerd werd door de directie van SISMI. Italië wenst inmiddels de arrestatie van 19 CIA-agenten. De voornaamste is Robert Seldon Lady, een Hondurese CIA-agent die op het Amerikaanse consulaat in Milaan werkte, en naar verluidt een rol in Iran-Contra speelde met oude bekende Manucher Ghorbanifar.
Ondertussen werden twee Italiaanse fascisten (met de gebruikelijke banden met de vrijmetselaarsloge P2 en Gladio) gearresteerd: Gaetano Saya (hiernaast in P2-pakje) en Riccardo Sindoca. Beiden hadden kort na de aanslagen in Madrid het DSSA (Dipartimento studi strategici antiterrorismo) opgericht, een schijnbare geheime dienst om Islamitische terreur te bestrijden, maar in werkelijkheid een private nering ter zelfverrijking. De ontmaskering van het DSSA kwam aan het rollen na de moord in april 2004 op Fabrizio Quattrocchi, die in Irak werd gegijzeld. DSSA beweerde, ter verhoging van de eigen status, Quattrocchi's werkgever te zijn. Die relatie bleek onzin, maar sommigen vermoeden wel een relatie met de CIA.
In ieder geval zegt Gaetano Saya in La Repubblica dat DSSA de goede zaak dient, gelijk het Rode Kruis. Hij betaalde immers 8 miljoen euro voor Sgrena en meent dat Calipari geen toevallig slachtoffer is.